VERLICHTING
Het is moeilijk om voor zowel de lichtschuwers als de lichtminnaars in dezelfde ruimte beide van de juiste verlichting te voorzien. De beste optie is om voor een egale verlichting te gaan, zonder schaduwen. Een goede afscherming van de lichtbron voorkomt verblinding. Ook is het belangrijk om het verschil tussen daglicht en kunstlicht te voorkomen. Verlichting op een werkplek moet richtbaar zijn. Een lichtdimmer of een biodynamische daglichtlamp is een echte aanrader, hiermee kan de lichtsterkte aangepast worden, ook aan de veranderende verlichting van buiten.
INRICHTING
Obstakels zoals meubels zijn in een interieur niet te vermijden, maar kunnen door visueel gehandicapten als hinderlijk worden ervaren. Dat betekent dat de ruimteverlichting zo sterk moet zijn dat alle obstakels goed zichtbaar zijn. Denk aan het extra gebruik van accentverlichting waarin deze obstakels worden uitgelicht. Wanden kunnen beter in een lichte, matte kleur geschilderd worden ipv wit. Plafonds mogen daarentegen wel wit zijn. De vloer graag in een donkerdere tint. Bij het meubilair is het van belang om geen witte of glimmende elementen te nemen, dit heeft te maken met hinderlijke schittering. Deurklinken van blank metaal of chromen kranen zijn slecht te zien en uiteraard zijn glazen deuren geen goede optie. Omdat servies vaak wit is, is een donkerder tafelblad of tafelkleed een aanrader.
CONTRAST
Onder het kopje dementie spraken we al even over hoe belangrijk contrast maken voor dementerende is. Zij zijn vaak slechtziend, maar ook niet-dementerenden mensen kunnen last hebben van een visuele handicap. Met contrast maken worden verschillen in kleurintensiteiten bedoeld, die tegelijk of na elkaar in het gezichtsbeeld aanwezig zijn. Heldere lichte kleuren komen naar voren en donkere juist naar achter. Goede voorbeelden van contrasten: Lichtblauwe deur in een donker blauw kozijn. Zwarte letters op een gele achtergrond. Een gekleurde schakelaar op een lichte wand. Wil je een voorwerp laten opvallen, geef het dan een heldere kleur en zorg dat deze contrast maakt met de achtergrond. Een effen achtergrond werkt het best. Pas op voor slechtzienden met grote helderheidsverschillen! Voor hen kan een donker vlak in een lichte muur lijken op een deuropening naar een andere ruimte.
(A.G.M. Ransijn, 1996)